dispatchten
- Geluid: dispatchten (hulp, bestand)
- dis·patch·ten
vervoeging van |
---|
dispatchen |
dispatchten
- meervoud verleden tijd van dispatchen
- Wij dispatchten.
- Jullie dispatchten.
- Zij dispatchten.
- Wij dispatchten.
- Het woord dispatchten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.