dilateerden

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  dilateerden    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• di·la·teer·den

Werkwoord

vervoeging van
dilateren

dilateerden

1. meervoud verleden tijd van dilateren
   

   • Wij dilateerden. 
     
   • Jullie dilateerden. 
     
   • Zij dilateerden.