• dif·fun·deert
vervoeging van
diffunderen

diffundeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van diffunderen
    • Jij diffundeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van diffunderen
    • Hij diffundeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van diffunderen
    • Diffundeert!