dichtmetsel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  dichtmetsel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• dicht·met·sel

Werkwoord

vervoeging van
dichtmetselen

dichtmetsel

1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtmetselen
   

   • ... dat ik dichtmetsel. 

Gangbaarheid

• Het woord dichtmetsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.