destrueerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: destrueerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- des·tru·eer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
destrueren |
destrueerde
- enkelvoud verleden tijd van destrueren
- Ik destrueerde.
- Jij destrueerde.
- Hij, zij, het destrueerde.
- Ik destrueerde.