Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • des·cas·ca·ri·llar
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
descascarillar
descascarillaba
descascarillado
volledig

Werkwoord

descascarillar

  1. overgankelijk doen schilferen, ontschorsen

Verwijzingen