• des·ban·car
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
desbancar
desbancaba
desbancado
volledig

desbancar

  1. onovergankelijk van de bank winnen (kaartspel)
  2. overgankelijk verdringen, eruit werken, uit het zadel lichten
  3. de bank winnen (kaartspel)