desbancar
- des·ban·car
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
desbancar |
desbancaba |
desbancado |
volledig |
desbancar
- onovergankelijk van de bank winnen (kaartspel)
- overgankelijk verdringen, eruit werken, uit het zadel lichten
- de bank winnen (kaartspel)
- desbancar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española