Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·san·dar
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
desandar
desandaba
desandado
volledig

Werkwoord

desandar

  1. dezelfde weg terug afleggen
    «desandar lo andado »
    op zijn schreden terugkeren