derogeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: derogeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·ro·geer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
derogeren |
derogeerde
- enkelvoud verleden tijd van derogeren
- Ik derogeerde.
- Jij derogeerde.
- Hij, zij, het derogeerde.
- Ik derogeerde.