deprivatiseerden
- de·pri·va·ti·seer·den
vervoeging van |
---|
deprivatiseren |
deprivatiseerden
- meervoud verleden tijd van deprivatiseren
- Wij deprivatiseerden.
- Jullie deprivatiseerden.
- Zij deprivatiseerden.
- Wij deprivatiseerden.
- Het woord deprivatiseerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.