Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·pot·jes

Zelfstandig naamwoord

de depotjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord depot

Gangbaarheid

73 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be