denomineer
- Geluid: denomineer (hulp, bestand)
- de·no·mi·neer
vervoeging van |
---|
denomineren |
denomineer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van denomineren
- Ik denomineer.
- gebiedende wijs van denomineren
- Denomineer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van denomineren
- Denomineer je?
- Het woord denomineer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.