demoniseer
- Geluid: demoniseer (hulp, bestand)
- de·mo·ni·seer
vervoeging van |
---|
demoniseren |
demoniseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demoniseren
- Ik demoniseer.
- gebiedende wijs van demoniseren
- Demoniseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demoniseren
- Demoniseer je?
- Het woord demoniseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.