demineraliseer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·mi·ne·ra·li·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
demineraliseren |
demineraliseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demineraliseren
- Ik demineraliseer.
- gebiedende wijs van demineraliseren
- Demineraliseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demineraliseren
- Demineraliseer je?