Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·mi·ne·ra·li·seer

Werkwoord

vervoeging van
demineraliseren

demineraliseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demineraliseren
    • Ik demineraliseer. 
  2. gebiedende wijs van demineraliseren
    • Demineraliseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demineraliseren
    • Demineraliseer je?