dementeer
- de·men·teer
vervoeging van |
---|
dementeren |
dementeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dementeren
- Ik dementeer.
- gebiedende wijs van dementeren
- Dementeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dementeren
- Dementeer je?