Francoprovençaals

Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

dejô m

  1. donderdag


Dagen in het Francoprovençaals
delon
maandag
demârs
dinsdag
demécro
woensdag
dejô
donderdag
devendro
vrijdag
dessando
zaterdag
demenge, demenche
zondag