deelde
- deel·de
vervoeging van |
---|
delen |
deelde
- enkelvoud verleden tijd van delen
- Ik deelde.
- Jij deelde.
- Hij, zij, het deelde.
- Ik deelde.
- Het woord deelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
delen |
deelde