dauwtrapt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dauw·trapt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dauwtrappen |
dauwtrapt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dauwtrappen
- Jij dauwtrapt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dauwtrappen
- Hij dauwtrapt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dauwtrappen
- Dauwtrapt!