dala
- IPA: /dala/
- da·la
dala
- vrouwelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord dát
- onzijdig derde persoon meervoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord dát
- vrouwelijk enkelvoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord dát
- onzijdig meervoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord dát