Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dac·ty·lo·sco·peer·de

Werkwoord

vervoeging van
dactyloscoperen

dactyloscopeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van dactyloscoperen
    • Ik dactyloscopeerde. 
    • Jij dactyloscopeerde. 
    • Hij, zij, het dactyloscopeerde.