• daagt
vervoeging van
dagen

daagt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dagen
    • Jij daagt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dagen
    • Hij daagt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dagen
    • Daagt! 
vervoeging van
dagen

daagt

  1. onpersoonlijke tegenwoordige tijd van dagen
    • Het daagt in het oosten.