• cou·ver·teert
vervoeging van
couverteren

couverteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van couverteren
    • Jij couverteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van couverteren
    • Hij couverteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van couverteren
    • Couverteert!