Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • couch·surf·den

Werkwoord

vervoeging van
couchsurfen

couchsurfden

  1. meervoud verleden tijd van couchsurfen
    • Wij couchsurfden. 
    • Jullie couchsurfden. 
    • Zij couchsurfden. 

Gangbaarheid