corrumpeerde
- cor·rum·peer·de
vervoeging van |
---|
corrumperen |
corrumpeerde
- enkelvoud verleden tijd van corrumperen
- Ik corrumpeerde.
- Jij corrumpeerde.
- Hij, zij, het corrumpeerde.
- Ik corrumpeerde.
- Het woord corrumpeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.