controleert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: controleert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·tro·leert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
controleren |
controleert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van controleren
- Jij controleert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van controleren
- Hij controleert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van controleren
- Controleert!