contraventionaliseer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tra·ven·ti·o·na·li·seer

Werkwoord

vervoeging van
contraventionaliseren

contraventionaliseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van contraventionaliseren
    • Ik contraventionaliseer. 
  2. gebiedende wijs van contraventionaliseren
    • Contraventionaliseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van contraventionaliseren
    • Contraventionaliseer je?