consuminderden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·su·min·der·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
consuminderen |
consuminderden
- meervoud verleden tijd van consuminderen
- Wij consuminderden.
- Jullie consuminderden.
- Zij consuminderden.
- Wij consuminderden.