• con·su·man·der
vervoeging van
consumanderen

consumander

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van consumanderen
    • Ik consumander. 
  2. gebiedende wijs van consumanderen
    • Consumander! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van consumanderen
    • Consumander je?