Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·sul·teer

Werkwoord

vervoeging van
consulteren

consulteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van consulteren
    • Ik consulteer. 
  2. gebiedende wijs van consulteren
    • Consulteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van consulteren
    • Consulteer je?