Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·for·meert

Werkwoord

vervoeging van
conformeren

conformeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van conformeren
    • Jij conformeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van conformeren
    • Hij conformeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van conformeren
    • Conformeert!