confirmeerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·fir·meer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
confirmeren |
confirmeerden
- meervoud verleden tijd van confirmeren
- Wij confirmeerden.
- Jullie confirmeerden.
- Zij confirmeerden.
- Wij confirmeerden.
vervoeging van |
---|
confirmeren |
confirmeerden