• IPA: /ˌkɒn.siˈeə(ɹ)ʒ/
enkelvoud meervoud
concierge concierges

concierge

  1. conciërge, huismeester


  • IPA: /kɔ̃.sjɛʁʒ/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  concierge     le concierge     concierges     les concierges  

concierge m

  1. conciërge, huismeester