Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·pres·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
compresseren

compresseerden

  1. meervoud verleden tijd van compresseren
    • Wij compresseerden. 
    • Jullie compresseerden. 
    • Zij compresseerden. 

Gangbaarheid