Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·pa·de·cer·se
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
compadecerse
compadecía
compadecido
volledig

Werkwoord

compadecerse

  1. wederkerend (~ de) medelijden hebben met, begaan zijn met
Verwante begrippen