chirunt
- chi·runt
vervoeging van |
---|
chirunnen |
chirunt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chirunnen
- Jij chirunt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chirunnen
- Hij chirunt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van chirunnen
- Chirunt!
- Het woord chirunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.