Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • charget

Werkwoord

vervoeging van
chargen

charget

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chargen
    • Jij charget. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chargen
    • Hij charget. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van chargen
    • Charget! 

Gangbaarheid