chargeerde
- Geluid: chargeerde (hulp, bestand)
- char·geer·de
vervoeging van |
---|
chargeren |
chargeerde
- enkelvoud verleden tijd van chargeren
- Ik chargeerde.
- Jij chargeerde.
- Hij, zij, het chargeerde.
- Ik chargeerde.
- Het woord chargeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.