castagne v

  1. (spreektaal) dreun, klap, hengst [1]
  2. (spreektaal) knokpartij
    «Y a eu de la castagne à la sortie du bahut, le principal a dû appeler les keufs.»
    Er was een knokpartij bij de uitgang van de school, de rector heeft de smerissen moeten bellen. [1]