casht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- casht
Werkwoord
vervoeging van |
---|
cashen |
casht
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cashen
- Jij casht.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cashen
- Hij casht.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van cashen
- Casht!
Gangbaarheid
- Het woord casht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.