carboniseert
- car·bo·ni·seert
vervoeging van |
---|
carboniseren |
carboniseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van carboniseren
- Jij carboniseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van carboniseren
- Hij carboniseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van carboniseren
- Carboniseert!
- Het woord carboniseert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.