canneleert
- Geluid: canneleert (hulp, bestand)
- can·ne·leert
vervoeging van |
---|
canneleren |
canneleert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van canneleren
- Jij canneleert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van canneleren
- Hij canneleert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van canneleren
- Canneleert!
- Het woord canneleert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.