buurtten
- buurt·ten
vervoeging van |
---|
buurten |
buurtten
- meervoud verleden tijd van buurten
- Wij buurtten.
- Jullie buurtten.
- Zij buurtten.
- Wij buurtten.
- Het woord buurtten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
buurten |
buurtten