buskaartje
- Geluid: buskaartje (hulp, bestand)
- bus·kaart·je
het buskaartje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord buskaart
- Het woord buskaartje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "buskaartje" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be