bruncht
- bruncht
vervoeging van |
---|
brunchen |
bruncht
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brunchen
- Jij bruncht.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brunchen
- Hij bruncht.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van brunchen
- Bruncht!
- Het woord bruncht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.