broertjes
- broer·tjes
de broertjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord broer
- ▸ Overal stonden camera's. En raad eens wie er voor Nederland speelden? Inderdaad, schatten van me. Jullie. De broertjes Van der Schaaf in oranje.[1]
- Het woord broertjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.