Duits

Uitspraak
  • IPA: /ˈbʀɛntʔap/
Woordafbreking
  • brennt ab

Werkwoord

brennt ab

  1. (hoofdzin) derde persoon enkelvoud aantonende wijs tegenwoordige tijd van abbrennen
  2. (hoofdzin) tweede persoon meervoud aantonende wijs tegenwoordige tijd van abbrennen
  3. gebiedende wijs meervoud van abbrennen