breinstormde
- brein·storm·de
vervoeging van |
---|
breinstormen |
breinstormde
- enkelvoud verleden tijd van breinstormen
- Ik breinstormde.
- Jij breinstormde.
- Hij, zij, het breinstormde.
- Ik breinstormde.
- Het woord breinstormde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.