bovenkomt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bo·ven·komt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bovenkomen |
bovenkomt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bovenkomen
- ... dat jij bovenkomt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bovenkomen
- ... dat hij bovenkomt.