bouwopdrachtjes

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bouwopdrachtjes    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bouw·op·dracht·jes

Zelfstandig naamwoord

de bouwopdrachtjes mv

1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwopdracht

Gangbaarheid

• Het woord bouwopdrachtjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.