botoxte
- bo·tox·te
vervoeging van |
---|
botoxen |
botoxte
- enkelvoud verleden tijd van botoxen
- Ik botoxte.
- Jij botoxte.
- Hij, zij, het botoxte.
- Ik botoxte.
- Het woord botoxte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
botoxen |
botoxte